oktober 2025
Vooraankondiging Vroeg Trauma Congres 2025
Vooraankondiging Vroeg Trauma Congres 2025
Liefdevol Vakmanschap; een integratie van wetenschap, praktijk en innovatie in de behandeling bij Vroeg Trauma.
Liefdevol Vakmanschap; een integratie van wetenschap, praktijk en innovatie in de behandeling bij Vroeg Trauma.
Vroeg trauma binnen gehechtheidsrelaties heeft een enorme impact op de psychologische en biologische ontwikkeling van kinderen en kan tot in de late volwassenheid ernstige gevolgen hebben. het gaat dan niet alleen om trauma-gerelateerde klachten, zoals bijvoorbeeld (complexe) PTSS en dissociatie, maar veelal ook om moeite met vertrouwen en hechting. Het aangaan van een therapeutische relatie kan lastig zijn en voor zowel de cliënt als de therapeut uitdagingen met zich meebrengen. Zoals stagnaties, conflicten en impasses in de therapeutische samenwerking. Vraag is; hoe kunnen cliënt en therapeut samen deze moeilijke situaties doorbereken en ombuigen tot een zo veilig mogelijk therapeutische samenwerking? Deze middag houden diverse professionals die ook spraken bij het CELEVT Vroeg Trauma Congres op 5 november 2024 een lezing over het thema ‘hechting in de therapeutische relatie’. Aan het eind van iedere lezing is er [kort] gelegenheid voor het stellen van vragen.
Vroege traumatisering in gehechtheidsrelaties heeft een enorme impact op de psychologische en biologische ontwikkeling. Deze vroege traumatisering geeft bij volwassenen niet alleen PTSS-klachten. Kenmerkend is ook de verstoringen in de affectregulatie, hechting en identiteitsontwikkeling. Dit geldt voor veel vroeg getraumatiseerde cliënten, maar wordt het meest zichtbaar bij volwassen cliënten met Complexe PTSS, Complexe Dissociatieve Stoornissen en een (co-morbide) Borderline Persoonlijkheidsstoornis (BPS). Door de moeite met hechting en vertrouwen die deze cliënten veelal hebben, wordt de therapeutische relatie vaak gekenmerkt diverse complexe en hevige overdrachtsmanifestaties met abrupte wisselingen of combinaties van hechtingsgedrag. Als gevolg daarvan kan de therapeutische werkrelatie in toenemende mate verstoord raken. In de traumabehandeling bij vroeg getraumatiseerde volwassenen met problemen in de hechting is het de uitdaging hoe stagnaties en impasses te doorbereken en om te buigen en een veilig kader voor de therapeutische samenwerking. Vraag is; hoe gaan we om met de verschillende manifestaties waar een onveilige hechting aan ten grondslag ligt, wat zijn passende behandelinterventies en wat is de laatste state of the art vanuit onderzoek?
Een groot aantal van de GGZ-patiënten is in de kinderjaren aanhoudend en langdurig getraumatiseerd. Deze vroege traumatisering vormt de meest basale en langdurige determinant voor gezondheid en welbevinden. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat een fasegerichte Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling [MIT] zowel bij kinderen als bij volwassenen een enorm effectieve therapievorm is. Dankzij het groeiende aantal behandelaren dat zich hierin specialiseert, gaan steeds meer vroeg getraumatiseerde kinderen en volwassenen gezonder door het leven. Wij zijn trots op iedereen die aan dit prachtige resultaat in de behandeling, soms tegen de stroom in, een bijdrage heeft geleverd. Daarom staat ons 10de en tevens jubileumcongres in het teken van Vieren én Veerkracht met aandacht voor wat werkt en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, diagnostiek en behandelinterventies. Wees erbij!
We ontdekken steeds meer over de wijze waarop vroege traumatische interpersoonlijke ervaringen fysiek gestalte krijgen in het zich ontwikkelende brein en hoe dat kan doorwerken in de volwassenheid. Hormonale, neurale en epigenetische veranderingen zijn daarvan het harde (neuro)biologische bewijs. Met deze veranderingen zien we ook aanhoudende schadelijke gevolgen voor de verbinding met het eigen lichaam en met anderen. Integratie is het kernbegrip op weg naar herstel. In dit congres kijken we vanuit de Interpersoonlijke Neurobiologie (IPNB) hoe we mentale en neurobiologische integratie kunnen bevorderen zodat de verbinding met het belichaamde zelf en met anderen kan worden hersteld. We zetten in dit congres de integratie van de reeds verworven kennis en inzichten rondom vroegkinderlijke traumatisering en interpersoonlijke neurobiologie centraal, waarbij we vooral samen op zoek gaan naar de implicaties voor behandeling. De vragen die we ons stellen zijn: Wat zijn de laatste ontwikkelingen in de Interpersoonlijke Neurobiologie? Welke behandelinterventies werken bij vroeg getraumatiseerde mensen? Hoever gaan we met de toepassing van de bevindingen uit de neurowetenschappen? Hoe passen we interventies uit verschillende psychotherapeutische stromingen toe? En wat doen we juist niet bij vroeg getraumatiseerde cliënten?
De gevolgen van vroegkinderlijke chronische traumatisering zijn niet of nauwelijks te bevatten. Dat weerspiegelt zich in de geest en in het lichaam en daarmee ook in de behandeling van onze volwassen cliënten. Dit congres laat zien wat het getraumatiseerde lichaam de behandelaar kan vertellen. Wat doet vroege traumatische stress met het brein, de hormonen en DNA? Hoe reageert het lichaam? Hoe gaan we om met het verlies van contact met het eigen lichaam? Wat te doen als iemand niet kan spreken over de trauma’s? Op welke manier speelt hechting een rol? Hoe ziet geïntegreerde behandeling eruit? Wat doen we met onze eigen lichamelijke reacties en lichaamsbeleving en traumatische ervaringen? Hoe kunnen we goed diagnosticeren? Aan de hand van de meest recente biologische, neurofysiologische en intersubjectieve visies en wetenschappelijke ontwikkelingen kijken we naar hoe we traumagerelateerde lichaamsgerichte behandelinterventies kunnen integreren in de klinische praktijk. We verkennen onontgonnen gebieden binnen de traumabehandeling en staan stil bij nieuwe behandelinterventies. En we geven ook inspiratie voor integrale behandelmogelijkheden die de lichaam-geest dualiteit overstijgen.