Hechting, het weke hart van de behandelaar en het risico op (te) lange behandelingen bij vroegkinderlijk getraumatiseerden

21 mrt | 14:40 – 15:20

Drs. Martijn Stöfsel, klinisch psycholoog-psychotherapeut in eigen psychotherapie en onderwijspraktijk

Vroegkinderlijke traumatisering leidt tot verstoringen in de hechting en identiteitsontwikkeling. Hierdoor kan er in de behandeling een vorm van hechting ontstaan, waarbij in de therapeutische relatie een vervulling van hechtingsbehoeften plaatsvindt, die in de jeugd er niet waren. Die ontstane afhankelijkheid is op zich niet problematisch en vaak onvermijdelijk. Echter moet daarna een geleidelijke groei plaatsvinden. Soms loopt het anders. Hierbij speelt de afhankelijkheidsbehoefte van de cliënt een rol en het ‘weke hart’ van de behandelaar. Hierdoor kunnen behandelingen onnodig lang worden.  Welke dynamieken spelen hierbij en concreet: wat kunnen therapeut en cliënt doen om behandelingen niet langer te laten duren dan zinvol is.

Drs. Martijn Stöfsel werkt in de eigen praktijk. Hij publiceerde diverse boeken: ‘Complex trauma’ (2010), ‘Diagnosing and Treating Complex Trauma’ (2014), ’Lunteren en de Tweede Wereldoorlog’ (2015), ‘Trauma en persoonlijkheidsproblematiek’ (2017) ‘Trauma en Verwerkingstechnieken’ (2020).  En ‘Trauma en disfunctioneel Zelfbeeld’ (2023). Hij geeft lezingen, workshops en cursussen op het gebied van de cognitieve gedragstherapie, psychotrauma, persoonlijkheidsproblematiek en de gevolgen voor de behandelaar en supervisor-leertherapeut VGCt, EMDR-practitioner, supervisor en psychotraumatherapeut bij de NtVP en supervisor schematherapie en NVP.