Welkom en Keynote lezing: Hoofdzaken en bijzaken, neurowetenschappen voor de 21ste eeuw VCT-behandelaar
01 – Drs. Renate Geuzinge
BIG-gereistreerd GZ-psycholoog/psychotherapeutoprichter van het Instituut voor Interpersoonlijke Neurobiologiegespecialiseerd in vroegkinderlijke chronische traumatiseringDocent aan de Trauma Academie
Tijdstip
9u30 – 10u15
Thema
De wetenschap, en in het bijzonder de neurowetenschap is enorm gegroeid. In de vorige eeuw dachten we nog in lineaire logica en aan een simpele nature-nurture dichotomie. Als we nu stilstaan bij hoe onze ervaringen tot stand komen, denken we al in termen van complexiteit; zelf-organiserende systemen van darmen en brein, van brein en psyche, van genen en omgeving. Door alle nieuwe ontdekkingen hebben we al een veel beter beeld gekregen van mentale gezondheid en ziekte. In een poging om al deze nieuwe kennis te implementeren in de praktijk zijn nieuwe behandelvormen bedacht, vaak vergezeld door hedendaagse digitale technologische apparaten en/of feedback-apps. Hoe nuttig zijn deze toepassingen voor mensen met vroegkinderlijke chronische traumatisering?
Vanuit het overkoepelende interdisciplinaire veld van de Interpersoonlijke Neurobiologie neemt Renate Geuzinge u in deze inleidende lezing in vogelvlucht mee langs deze nieuwe uitvindingen, van voedingssupplementen tot breinstimulatie-apparaten. Ze doet een poging het kaf van het koren te scheiden en de vraag te beantwoorden wat werkt voor mensen met vroegkinderlijke chronische traumatisering. Leestips Baljon, M. & Geuzinge, R. (2017). Echo’s van trauma, slachtoffers als daders, daders als slachtoffer. Amsterdam: Boom Uitgevers. Geuzinge, R. (2020). Boekbespreking. Stephen W. Porges (2019). De polyvagaaltheorie en de transformerende ervaring van veiligheid. Traumabehandeling, sociale betrokkenheid en gehechtheid. Eeserveen: Uitgeverij Mens! Vrij toegankelijk op https://www.tpep.nl/zoeken/artikel/2447/ Nicolai, N. (2020). In levende lijve: het lichaam in de psychotherapie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Waarom voel, denk en doe ik wat ik niet wil voelen, denken en doen? En wat moet ik doen om dit te veranderen?
02 – Prof. dr. Greet Vanaerschot
Klinisch Psycholoog en Dr. in de Psychologische WetenschappenCoördinator van de Postgraduaat opleidingen in de Psychotherapie UAProfessor in de psychotherapie, Universiteit AntwerpenHoofddocent Psychotherapie opleiding RINO Utrecht
Tijdstip
10u15 – 11u00
Thema
Deze vraag stellen onze cliënten aan ons… Wat antwoorden wij hen? Emoties zijn van belang voor ons denken en handelen en dit wordt door de neuro-affectieve wetenschappen ondersteund. Jaak Panksepp levert met zijn onderzoek, en het model van emotieverwerking in het brein dat hierop is gebaseerd, een belangrijke bijdrage om gedifferentieerder te begrijpen hoe emotieverwerking verloopt. Het biedt ons inzicht in het ontstaan van maladaptieve en adaptieve emotionele verwerkingsprocessen. Tevens biedt het ons handvatten voor het kiezen van een behandelfocus, het uitwerken van een behandelplan en het kiezen en inzetten van relationele en procesgerichte interventies om emotieverwerking te faciliteren. Dit model biedt tevens een basis om integratiever te begrijpen op welk niveau van emotionele informatieverwerking interventies vanuit de verschillende psychotherapeutische stromingen ingrijpen. De toegevoegde waarde van dit model voor ons therapeutisch handelen wordt geïllustreerd met een casus. Leestips – Boeken: Greet Vanaerschot, Kees Kooiman, Gilbert Lemmens, Ton Balkom, van. Psychologie van normaal en pathologisch psychisch functioneren. In Leerboek psychiatrie / Hengeveld, M.W. [edit.]; et al.ISBN978-90-5898-278- Utrecht De Tijdstroom, 2016-p.127-144 Greet Vanaerschot, Kees Kooiman, Gilbert Lemmens,Ton Balkom, van. Psychologische behandelingen. In Leerboek psychiatrie / Hengeveld, M.W. [edit.]; et al.ISBN978-90-5898-278- Utrecht De Tijdstroom, 2016-p.209-225 Greet Vanaerschot. Differentieel empatisch interactieaanbod. Handboek gesprekstherapie: de persoonsgerichte experiëntiële benadering – ISBN 978-90-5898-138-7 – Utrecht, Tijdstroom – 2008, p.347-370 Greet Vanaerschot, Germain Lietaer, Monica Gundrum. Interactioneel proceswerk. Handboek gesprekstherapie: de persoonsgerichte experiëntiële benadering – ISBN 978-90-5898-138-7 – Utrecht, Tijdstroom – 2008, p.205-231 – Artikelen: Greet Vanaerschot. Werken aan interpersoonlijke en intrapsychische angst door middel van een empathisch afgestemde therapeutische relatie. Tijdschrift cliëntgerichte psychotherapie = TCgP-ISSN1380-7161-53:4(2015)p.271-286 Greet Vanaerschot. Empathic resonance and differential experiential processing : an experiential process-directive approach. American journal of psychotherapy-ISSN0002-9564-61:3(2007)p.313-331 Greet Vanaerschot. Kwetsbare danspartners : over empathie bij fragiele belevingsprocessen Toegang tot de psychotherapie internationaal-ISSN1566-0273-:2(2006)p.153-177
Koffie en theepauze
11u00 – 11u30
Zin en onzin over de behandeling van de dissociatieve identiteitsstoornis (DIS)
03 – Suzette Boon, PhD
Klinisch Psycholoog en psychotherapeutgespecialiseerd in de behandeling van Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering en dissociatieve stoornissenDocent aan de Trauma Academie
Tijdstip
11u30 – 12u15
Thema
DIS wordt in de literatuur consequent beschreven als een zeer complexe ontwikkelingsstoornis die ontstaat in de vroege kindertijd als gevolg van ernstig misbruik (Dorahy et al., 2014; Loewenstein et al., 2017). Door de aanwezigheid van een breed scala aan comorbiditeit, waaronder ernstige depressie en suïcidaliteit, zelfbeschadigend gedrag, middelen misbruik, eetstoornissen, chronische PTSS, somatisatiestoornissen en angststoornissen, kan het jaren duren voordat de diagnose wordt herkend en een passende behandeling volgt. Bovendien bestaan er vaak ook chronische medische problemen die verband houden met ongunstige ervaringen uit de kindertijd (bijvoorbeeld hartproblemen, diabetes, hoge bloeddruk, urologische en gynaecologische problemen). Tenslotte is er bij de meeste patiënten met DIS sprake van onveilige gehechtheid, hetgeen het tot stand komen van een therapeutische relatie in de weg kan staan. Er bestaat wereldwijd consensus onder clinici gespecialiseerd in de behandeling van cliënten met DIS over de noodzaak van een fasegericht behandelmodel voor deze complexe problematiek (International Society for the Study of Trauma & Dissociation [ISSTD], 2011). Volgens deze internationale richtlijn, ondersteund door prospectieve behandelstudies (bijv. Brand et al., 2019), gaat een kortere of langere stabilisatiefase altijd vooraf aan een fase gericht op de integratie van traumatische herinneringen. Een vergelijkbaar fasegericht behandelmodel is ook de richtlijn voor behandeling van complexe PTSS, een construct waarin vrijwel alle DIS-patiënten passen (Cloitre et al., 2011; Kezelman & Stavropolos, 2019). Maar natuurlijk zijn cliënten met DIS meer dan hun diagnose. Tal van andere factoren die in de lezing nader worden toegelicht spelen een rol bij de behandelprognose. De duur van de stabilisatiefase verschilt dan ook per cliënt. Zorgvuldige en brede diagnostiek is wél een noodzaak om tot een goed behandelplan te komen. In Nederland klinken ook andere geluiden over behandeling: Waarom stabiliseren, het kan toch allemaal veel sneller, een vaardigheidstraining lijkt immers weinig op te leveren (Baekkelund et al., 2022)? Is het niet hertraumatiserend om deze cliënten jarenlang traumaverwerking te ontzeggen? Is het werken met dissociatieve delen wel nodig? Klopt dat het eigenlijk wel dat amnesie een kernsymptoom is? Zijn die dissociatieve delen wel zo apart of zijn ze niet anders dan borderline modi? In deze lezing zal ik ingaan op deze prikkelende vragen en mijn antwoorden illustreren aan de hand van recente literatuur, videomateriaal en onderzoeksresultaten. Ik zal duidelijk maken dat een ‘quick fix’ voor de behandeling van DIS gevaarlijk is. Leestips
- Brand, B.L., Myrick, A.C., Loewenstein, RJ, et al. (2012). A survey of practices and recommended treatment interventions among expert therapists treating patients with dissociative identity disorder and dissociative disorder not otherwise specified. Psychological Trauma: Theory, Research, Practice, and Policy, 4(5):490-500.
- Brand, B.L., Schielke, H., Putnam, K., Putnam, F., & Loewenstein, R.J., Myrick, A., Jepsen, E.K.K., Langeland, W. Steele, K. Classen, C., Lanius, R.A. (2019). An online educational program for individuals with dissociative disorders and their clinicians: One-year and two-year follow-up. Journal of Traumatic Stress. http://dx.doi.org/10.1002/jts.22370
- Brand, B.L., Loewenstein, R., Schielke, H.J., Van der Hart, O., Nijenhuis,E.R.S., Schlumpf, Y.R., Vissia, E., Jepsen, E.K.K., & Reinders, A.T.S. (2019) Cautions and concerns about Huntjens et al.’s Schema Therapy for Dissociative Identity Disorder, European Journal of Psychotraumatology, 10:1, 1631698, DOI: 10.1080/20008198.2019.1631698 To link to this article: https://doi.org/10.1080/20008198.2019.1631698
- Huntjens, R.J.C., Rijkeboer, M.M. & Arnzt, A. (2019). Schema therapy for Dissociative Identity Disorder (DID): Rationale and study protocol. European Journal of Psychotraumatology, 10(1), 1571377.
- Myrick, A.C., Webermann, A.R., Langeland, W., Putnam, F.W., Brand, B.L, (2017) Treatment of dissociative disorders and reported changes in inpatient and outpatient cost estimates, European Journal of Psychotraumatology, 8:1, 1375829
- To link to this article: http://dx.doi.org/10.1080/20008198.2017.1375829
- Van Minnen, A., & Tibben, M. (2021). A brief cognitive-behavioural treatment approach for PTSD and Dissociative Identity Disorder, a case report. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry , 72 , 101655.
Tegen de woordenstroom in
04 – Drs. Peter Rombouts MCM
veranderkundige, organisatieadviseur en drievoudig wereldkampioen Argentijnse Tango
Tijdstip
12u15 – 12u30
Thema
Peter Rombouts geeft in woord en beweging op een aantal momenten in het programma een reflectie op wat er in het congres gebeurt. Dit doet hij door wat hij hoort, ziet en ervaart te vertalen in een gedicht en in een dans. Zo krijgt het woordeloze ruimte om te spreken en krijgt het voelen en waarnemen met het lichaam de mogelijkheid om in een kunstzinnige vorm te verschijnen.
Leestips
- De Lange, J., Glas, O., van Busschbach, J., Emck, C., & Scheewe, T. (2019). Psychomotor interventions for mental health-adults: A movement-and body-oriented approach. Amsterdam: Boom.
- Bohm, D. (2018). Over dialoog. Utrecht: Ten Have.
Pauzeprogramma: Van welke voeding wordt het brein blij? (Video opname TED-Talk)
05 – Dr. Drew Ramsey
Psychiater, oprichter van the Brain Food Clinic in New York City
Tijdstip
12u30 – 13u30
Thema
De lunch passen we aan bij het bijzondere programma van dit congres. Hoe? Met Brainfood! Eet smakelijk! Wilt u meer weten over een goed gevoed brein, voeding en psychiatrie, het brein, & neuroplasticiteit? In de grote zaal kunt tijdens de hele pauze kijken naar de TED-Talk: A Brainfoor Prescription from the Farmacy by Dr Drew Ramsey, psychiater
Via Vaktherapie van affectregulatie naar zelfregulatie
06 – Leanne Nieuwenhuis
beeldend therapeut, kinder- en jeugdpyschiatrie Groningen
Tijdstip
13u30 – 14u15
06 – Sanne van der Vlugt
beeldend therapeut, kinder- en jeugdpyschiatrie Groningen
Thema
Kinderen en jongeren met complex trauma laten diverse, ernstige gedrags-en emotionele problemen zien. Zij kunnen regiepakkend gedrag laten zien of juist aangepast of onverschillig reageren. Wat vaak opvalt is de fysieke gespannenheid, het niet verdragen van hulp, het hebben van een korte aandachtsspanne en de snel oplopende frustratie. Deze groep kinderen en jongeren verdragen niet zomaar de steun, sturing en begrenzing van een volwassene. Zij hebben weinig of geen vertrouwen in zichzelf of (de goede intenties) van anderen. En zij kunnen vaak geen oorden geven aan gevoelens of het hoe-en-waarom van hun gedrag. De problemen hebben tot gevolg dat deze kinderen en jongeren zowel thuis als op school vastlopen in hun ontwikkeling. In de Affectregulerende Vaktherapie (ArVT) behandeling worden vaktherapeutische activiteiten en de therapeutische werkrelatie geïntegreerd ingezet. In het methodisch samendoen van activiteiten wordt het emotionele deel van het brein aangesproken, waarbij de therapeut voortdurend co-regulerend aanwezig is. Gaandeweg wordt vanuit de opgedane ervaringen stap voor stap de verbinding gemaakt met het cognitieve deel van het brein. De context rondom het kind of de jongere wordt hierin altijd actief meegenomen. In deze lezing leggen Sanne en Leanne, mede-ontwikkelaars en schrijvers van de interventie Affectregulerende Vaktherapie, uit wat ze doen en waarom ze dat zo doen. Hierbij maken ze gebruik van videomateriaal uit de praktijk. De visie is om eerst te werken aan de ontwikkeling van affectregulatie. Het werken aan affectregulatie is breed inzetbaar: ook behandelaren uit andere disciplines, ouders en pleegouders, ouderbegeleiders en leerkrachten krijgen handvatten om de onderliggende problematiek te beïnvloeden. Leestips Bleumer, P. & Meijer, R. (2016). Mentaliserend coachen, Bevorder zelfreflectie en inlevingsvermogen in organisaties. Boom Uitgevers. Hutsebaut, J., Nijssens, L., & Van Vessem, M. (2021). De kracht van mentaliseren. (2e druk) Boom Uitgevers. Nieuwenhuis, L., Smelt, C., Van der Vlugt, S., Van der Ende W, & Vos, P. (2020). Basisboek affectregulerende vaktherapie. Garant. Schmeets, M. & Verheugt-Pleiter, J. (2005). Affectregulatie bij kinderen. Een psychoanalytische benadering. Koninklijke Van Gorcum.
Verstrikt in Verwarring; Vaktherapie beeldend vanuit IPNB perspectief
07 – Maartje Stam-Rommens
Vaktherapeut beeldend bij het Traumacentrum GGZ Drenthe
Tijdstip
14u15-15u00
Thema
Maartje Stam maakt in deze lezing op verhalende wijze, via beeldend werk van cliënten, het werken met emoties in de fasegerichte traumabehandeling inzichtelijk. Zij geeft een inkijk hoe je als beeldend therapeut kan werken aan integratie van de scherven die vroeg trauma hebben achtergelaten. Welke interventies zijn bevorderlijk om de verbinding te maken tussen het boven- en benedenbrein? En, welke voor de verbinding tussen de linker- en rechterhersenhelft? Welk beeldend aanbod sluit waarbij, en wanneer goed aan? Wanneer je je interventies goed aansluit bij waar de client zich bevindt, dan kan van ‘verstrikt in verwarring’ naar ‘verbonden fragmenten’ bewogen worden. Hoe je via verbeelden, beleven en verwoorden, in de context van de therapeutische relatie, samen een gefragmenteerd levensverhaal tot een samenhangend geheel maakt is een doorlopende zoektocht, en tevens een blijvende inspiratiebron. Leestips Baljon, M., Geuzinge, R. (2017). Echo’s van trauma. Amsterdam: Boom uitgevers. Docter, P. (2015). Inside Out. Walt Disney Studios, Pixar Animation Studios. Edwards, B. (2012). Drawing on the Right Side of the Brain. London: Profile Books Ltd. Elbrecht, C. (2018). Healing trauma with guided drawing. Berkeley, California: North Atlantic Books. Nieuwenhuis, L., Smelt, C., Vlugt van der, S., Ende van der W, Vos, P. (2020). Basisboek affectregulerende vaktherapie. Antwerpen – Apeldoorn: Garant.
Koffie en theepauze
15u00 – 15u30
Muziekinterventies voor stressreductie bij vroeg trauma
08 – Dr. Martina de Witte
senior onderzoeker, muziektherapeut en docent
Tijdstip
15u30 – 16u15
Thema
Teveel stress geeft een verhoogd gevoel van activatie en alertheid, voortdurende spanning in het lichaam, een verhoogde hartslag, en zorgt ervoor dat je moeilijk in slaap kunt komen. Het kunnen reguleren van stress/arousal is daarom vaak een belangrijk onderdeel van elke traumabehandeling, in het bijzonder bij cliënten de kampen met vroegkinderlijke en/of chronische traumatisering. De stress verlagende eigenschappen van muziek worden steeds vaker in verband gebracht met een breed scala aan positieve uitkomsten, zoals het kunnen omgaan met angst, het reguleren van lichamelijke spanning, het beter kunnen slapen, het verminderen van pijnklachten, enz. Om het hoofd te bieden aan de negatieve impact van stress, gebruiken miljoenen mensen ter wereld kalmerende medicatie, welke vaak geassocieerd wordt met talrijke contra-indicaties en negatieve bijwerkingen. Gelukkig zien we ook dat de ontwikkeling en inzet van innovatieve en niet-farmacologische interventies voor stressvermindering, sterk in opmars is. Muziekinterventies, waaronder receptieve interventies (de cliënt luistert naar de muziek) en actieve interventies (de cliënt is actief betrokken bij het maken van muziek), kunnen worden beschouwd als dergelijke niet-farmacologische interventies. Vooral voor patiëntpopulaties waarvan bekend is dat ze kwetsbaarder zijn voor stress, zoals zij die kampen met effecten van vroegkinderlijk trauma, is dit een belangrijke ontwikkeling. In deze lezing staat zowel onderzoek als praktijk centraal. Er wordt ingegaan op de effecten van muziekinterventies, waaronder muziektherapie, op stressgerelateerde problematiek. De verschillen tussen muziekinterventies komen aan bod, en er worden praktische voorbeelden gegeven a.d.h.v. casuïstiek vanuit de klinische praktijk. Leestips de Witte, M., Pinho, A. D. S., Stams, G. J., Moonen, X., Bos, A. E., & van Hooren, S. (2020). Music therapy for stress reduction: a systematic review and meta-analysis. Health Psychology Review, 1-26. Full article: Effects of music interventions on stress-related outcomes: a systematic review and two meta-analyses (tandfonline.com) de Witte, M., Knapen, A., Moonen, X., Stams, G.J., & van Hooren, S. (2022). Development of a music therapy micro-intervention for stress reduction. The Arts in Psychotherapy, 77, 101872 Development of a music therapy micro-intervention for stress reduction – ScienceDirect de Witte, M. & Wesseling, T. (2021). Muziek als interventie bij stress: hoe muziek en muziektherapie een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van stress. Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie. Aldwin, C. M. (2007). Stress, coping, and development: An integrative perspective (2nd ed.). Guilford Press. Russell, G., & Lightman, S. (2019). The human stress response. Nature Reviews Endocrinology, 15(9), 525-534.
De Goldbergvariaties van J.S. Bach; verlies, verbinding en levensloop
09 – Susanne Niesporek
Violiste, Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO)
09 – Benedikt Enzler
Cellist, Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO)
09 – Saeko Oguma
Altvioliste, Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO)
Tijdstip
16u15 – 17u00
Thema
Violiste Susanne Niesporek met Trio T’Adam – cellist Benedikt Enzler en altvioliste SaekoOguma, (leden van het Koninklijk Concertgebouworkest) spelen delen uit de Golbergvariaties van J.S. Bach in een transcriptie voor strijktrio. Susanne Niesporek voelt zich al vanaf jonge leeftijd sterk verbonden met de mens Bach in zijn hoedanigheid als pater familias, als musicus, rouwende en vertrouwende. In goede en in slechte tijden hielp zijn muziek haar. Susanne noemt dit “gefühltes Wissen “. De Aria met variaties van de Goldbergvariaties ziet zij als metafoor voor de levensloop van geboorte tot dood. Zij kijkt naar [vroeg] trauma en daarmee gepaard gaande gevoelens van gemis aan verbinding, eenzaamheid, rouw en verlies. Susanne is winnaar van de prestigieuze prijs Prix de Salon. In dat kader verschijnt dit najaar haar boek met teksten en beelden [schilderijen, aquarellen, etsen] met betrekking tot muziek, levensgebeurtenissen, verlies en nieuw begin. Toegelicht wordt wat muziek kan betekenen in essentiële verbinding, met mensen, met de natuur, maar ook met traumatische ervaringen die je niet altijd woordelijk hoeft te verklaren. Zoals Susanne zegt: Luister nou maar….
Afsluitende borrel vanaf 17.00 uur